20 november 2009 Missa Solemnis Beethoven

mvnovember2009-BeethovenLenneke Ruiten (sopraan)
Elisabeth von Magnus (alt)
Andreas Post (tenor)
Tom Sol (bas)

Johannes Brahms
Warum ist dat Licht gegeben dem Muhseligen (Opus 74)

Max Reger
O Tod, wie Bitter bist du

Ludwig van Beethoven
Missa Solemnis

Missa solemnis (Latijn: plechtige mis) is een naam die componisten geven aan een bijzonder feestelijke of uitgebreide mis. Het bekendst is de Missa solemnis op. 123 van Ludwig van Beethoven, gecomponeerd in de jaren 1818-1823. Ook Franz Schubert heeft de naam gebruikt, evenals Charles Gounod en Hector Berlioz (Messe solennelle).

Beethoven plande de Missa solemnis om uitgevoerd te worden bij de installatie van zijn leerling en beschermheer Aartshertog Rudolf tot aartsbisschop van Olmütz in Moravië op 8 maart 1820. Doordat Beethoven zich echter zeer uitvoerig in de tekst van de mis verdiepte, liep het werk ernstige vertraging op. Tijdens de totstandkoming kwam Beethoven vervolgens in geldnood. Dit leidde tot twee dingen: enerzijds presenteerde Beethoven het Kyrie, het Credo en het Agnus Dei als wereldlijke hymnen, die al concertant werden uitgevoerd voordat de mis in zijn geheel klaar was. Deze delen werden ook gespeeld in mei 1824 in het concert dat ook de eerste uitvoering van de negende symfonie bevatte. Anderzijds stuurde hij deze drie delen rond aan potentiële geldschieters, met de bedoeling dat zij hem financieel zouden ondersteunen tijdens het gereedkomen van de rest van de missa.

Een Russische prins die zeer onder de indruk van het werk was, nam uiteindelijk de uitdaging aan, op voorwaarde dat de première van het stuk in Sint-Petersburg zou plaatsvinden. Zo geschiedde en de integrale uitvoering van de Missa solemnis in een concertzaal in Sint-Petersburg in oktober 1824 zou de enige zijn die tijdens het leven van Ludwig van Beethoven plaatsvond.

Arnhem
Musis Sacrum
20 november 2009
20.15 uur

 

 

22 maart 2009 Zuid-Amerikaanse Passie

mvmaart2009-SpaansePassieToma’s Luis de Victoria
Requiem

Heitor Villa-Lobos
Bendita Sabedoria
Mis ter ere van Sint Sebastiaan

Alberto Ginastera
Lamentaties van Jeremia

Victoria: Het Officium Defunctorum is een complex stuk dat uit verschillende delen bestaat. De Requiem mis voor zesstemmig koor vormt het hart van de compositie, gevolgd door het begrafenismotet ‘Versa est in Luctum’. De mis wordt vooraf gegaan door een tekst uit de Metten, ‘Teadet Animam Meam’, voor vier solisten. Het ‘Libera Me’ en ‘Kyrie’ vormen het besluit. Anders dan veel tijdgenoten houdt de Victoria zich niet zo strikt aan de strakke regels van het contrapunt. Hij is vrijer in het gebruik van dissonanten en is niet bang voor opvallende contrasten. Maar het meest karakteristieke voor zijn werk zijn de eenvoudige melodische lijnen waarin de ritmiek voor een subtiele variatie zorgt.

Villa-Lobos:
Missa São Sebastião
De Missa São Sebastião schreef Villa-Lobos in 1937, een periode waarin hij zich intensief bezig hield met het muziekonderwijs. Dat is waarschijnlijk de reden dat dit driestemmige stuk in allerlei wisselende bezettingen uitgevoerd mag worden. Flexibiliteit troef. De mis geeft een goed beeld van de manier waarop Villa-Lobos a capella koormuziek schrijft. Zo bevat het werk veelvuldig modulaties, chromatische harmonieën, wisselingen in ritmiek en metriek, en staat de Latijnse tekst centraal.

Bendita Sabedoria
De Bendita Sabedoria is het best te omschrijven als een verzameling miniatuurtjes, zes in totaal. Nummers 1 tot en met 5 noemen bijbelse wijsheden uit het boek der Spreuken, nummers 6 is gebaseerd op psalm 90:12.43. Zes redelijk eenvoudige, ongecompliceerde muziekstukjes, zo lijkt het. Maar die eenvoud bedriegt; complexe harmonieën, grappige ritmische variaties en grote contrasten tussen de stukken onderling, in korte tijd komt er een enorme vocale en muzikale trukendoos voorbij. Muziek voor in de kerk én de concertzaal.

Ginastera:
Felle uithalen en woeste razernij klinken in het eerste deel van de ‘Lamentationes de Jeremias Propheta’. Een manier om het intense verdriet over de vernietiging van Jeruzalem gestalte te geven. Een groot contrast met het tweede deel met lange notenwaarden een trage ontwikkeling van de melodie. Alsof de getuigen van de vernietiging niet meer wanhopig, maar murw zijn. Het karakter van het derde deel is lichter, opener van aard. De hoop is gericht op God, zijn naam wordt aan het eind overtuigend aangeroepen.

Ravenstein
Soeterbeeck, Elleboogstraat 2
22 maart 2009
15.30 uur

Wageningen
Grote Kerk op de Markt
28 maart 2009
20.30 uur

Arnhem
Walburgisbasiliek op het Walburgisplein
29 maart 2009
15.30