Dag 2. “Cover your hair”. “No, ALL your hair”

(geschreven door: Sjoukje)


Tweede dag van de reis, eerste dag in Libanon: donderdag 24 februari.

Na onze lange reis van woensdag beleefden wij een verkwikkelijke nacht in de geweldige kamers van hotel Al Bustan, met bedden waar wij thuis alleen maar van kunnen dromen. Gisteravond was het uitzicht op de stad al fenomenaal (met allemaal gekleurde lichtjes), maar overdag zag het er nog mooier en verwachtingsvoller uit. We begonnen de dag met ontbijt (een heerlijk buffet met o.a. verse schapenkaas), en daarna gingen we de bus in om te repeteren in de kerk waar we zondag ook zullen zingen.

Terwijl we daar stonden kwam er een schoolklas kleine kindjes (ik denk dat ze 5 jaar waren) naar buiten, in schattige uniformpjes, die door hun juf op een rijtje werden gezet: handjes op de rug en netjes blijven staan. Even waren we bang dat ze speciaal voor ons een liedje hadden ingestudeerd, maar het bleek toch te gaan om de ochtendgymnastiek. De kindjes moesten eerst springen, daarna met de handen zwaaien, op één been staan, en tenslotte rondjes rennen. Musica-Willem kon zich niet inhouden: hij ging ookin de rij staan en rende lekker mee.

In de kerk was het even passen en meten om te kijken hoe we daar zouden moeten gaan staan. Rob had er wel ideeën over: we zouden op verhogingen moeten staan van bepaalde afmetingen. Mevrouw Bustani was meegekomen om er persoonlijk voor te waken dat alles naar wens zou zijn, en haar technicus kreeg opdracht om het podium precies volgens onze instructies te gaan verzorgen. We zijn erg benieuwd! Tijdens de repetitie verkenden we voorzichtig weer onze stemmen, de muziek en de ruimte. Toch best een hele overgang: zo geef je een concert in Arnhem, en een paar dagen later sta je dezelfde muziek te zingen in Beiroet.

Na de repetitie gingen we de bus weer in, die ons naar Downtown Beiroet bracht. Dat was toch nog wel zo’n drie kwartier rijden. Toen we in de buurt begonnen te komen zagen we hoe dat nou werkelijk is, zo’n stad met de meest fantastische (gerestaureerde) gebouwen, zoals een grote moskee met een blauw dak, maar waar die grandeur onmiddellijk afgewisseld wordt met gapende open plekken, kapotte huizen, het geheel doorspekt met antieke ‘sites’, oftewel resten van Romeinse bouwwerken die bijzondere attracties vormen. Soldaten in camouflagepakken bewaken zo’n beetje iedere plek, soms zwaar bewapend. We kregen de waarschuwing dat we absoluut geen soldaten mochten fotograferen, hoogstens nadat we het netjes gevraagd hadden.
Nou, daar stonden we dan, min of meer ‘uit de bus gezet’ (want die kon maar kort stoppen) nabij het Place de Martyrs. In ons Lonely Planet boekje hadden we al gelezen dat dit een bijzonder plein is, vanwege historische gebeurtenissen uit een ver verleden, maar ook vanwege enorm massale demonstraties naar aanleiding van de moord op president Hariri in 2005. Ik keek om me heen of ik dat plein ook zag, want de plaats waar wij nu stonden zag er eigenlijk meer uit als een slordig parkeerterrein. Maar dit was het dus, ineens ontwaarde ik het standbeeld wat de historie heldhaftig verbeeldde, vol met kogelgaten.

Goed, in groepjes gingen we nu het centrum in (meteen al moesten we een zoveelbaansweg zonder stoplichten of zich aan verkeersregels houdende auto’s oversteken, sommigen van ons zelfs in/met een rolstoel). Omdat die geweldige blauwe moskee wel erg stond te lonken liepen we daar eerst maar eens heen. We mochten naar binnen, vertelde de man, “but some ladies are not properly dressed”. Hij monsterde mij van top tot teen, keurde me goed, maar wees naar mijn sjaal: “Cover your hair”. Ik legde de sjaal op mijn hoofd, maar na een kortaf “no, ALL your hair” maakte ik er nog een beetje meer werk van. De dames die volstrekt niet geschikt gekleed waren (net geen lange mouwen was al voldoende reden) kregen een heuse leen-burka (ach, had ik die ook maar). Op kousevoeten of blote voeten schreden we het dikke tapijt op, en werkelijk, het was een weldaad om binnen te zijn. Zo mooi, zo groot, zo kunstig, en toch zo anders dan de kerken waar wij normaal binnen komen. We herkenden elkaar voortdurend niet en dat leidde wel tot enige hilariteit nu en dan. Overigens bleek later dat wij vrouwen eigenlijk bij de vrouweningang naar binnen hadden gemoeten (zoals Franka, Karin en Anna – zie boven – hadden gedaan), en de welcoming ladies aldaar waren bijzonder vriendelijk en behulpzaam met de burka (“you look so pretty!”). Franka, Karin en Anna hadden zelfs een gebeds-sessie meegemaakt, met een betoverende gebedszanger die dwars door hun hart zinderde, burka of geen burka.

Pal naast de moskee stond St George’s Cathedral, een Maronietenkerk nog daterend uit de tijd van de Kruisvaarders, nu met een (pas gerestaureerde) neo-classicistische inrichting. Een toesnellende portier verbood mij dwingend om zelfs maar te dénken aan fotograferen, maar ik zal ook zonder foto’s wel die schitterende muurschilderingen onthouden, waarop Christelijke heiligen te zien waren met Arabische ondertiteling. Bij de gerestaureerde Romeinse baden, waar je de fundamenten zag van ’s werelds eerste vloerverwarming, kwamen we een bruidspaar tegen. Heel mooi, alsof ze zo uit het westen kwamen, behalve dan dat de bruid geen mooi kapsel toonde maar een fraai gedrapeerde hoofddoek. Ze liet zich bevallig ook door ons fotograferen.

Hierna vond ons groepje het tijd voor een hapje eten. We belandden in een tentje ons aangeprezen door de Lonely Planet, waar je heerlijke mezze kon eten, zeg maar de plaatselijke tapas. Dat klopte. We hadden kriskras wat gerechten van de kaart besteld en het was echt zalig (rode ‘spicy’ humus, tabouleh, gefrituurde kaasjes, gegrild vlees, korianderaardappeltjes enzovoorts – op de foto hiernaast hadden we nog niet eens alles op tafel). Ook van anderen hoorden we later dat zij erg lekker hadden gegeten, al waren er ook een paar die zich liever bij de veilig-bekende gerechten van de MacDonalds hielden.

Om 6 uur namen we de bus terug, net op het moment dat het toch wel redelijk uitgestorven Beiroet tot leven begon te komen. Als laatste liepen we door een straatje met kunstgalerietjes, barretjes en andere sfeervolle zaakjes (gewoon tussen de kapotte huizen), en overal zagen we mensen opduiken die zich opmaakten voor de avond. Libanese mannen zijn lekker macho, strak in een zwart pak. De vrouwen lopen er echt supersexy bij, tip-top gekapt en opgemaakt, ook in het zwart, op decimetershoge stilettohakken en met een air van ‘wie doet me wat’. Wij staken er in elk geval nogal schameltjes bij af. Terug in het hotel namen we het er weer lekker van bij het diner. Na het eten was er een concert, waar wij in de pauze gratis naar binnen mochten. We luisterden naar een groep strijkers met een nogal markante dirigent, zodat je ook iets had om naar te kijken, mocht het stuk je minder interesseren. Libanezen lossen dat trouwens anders op, want die beginnen gewoon te praten als het hen niet zo kan boeien. Na het concert gingen we lekker socializen in de bar. In de hal stond weer de hele avond een zigeunerstrijkje te spelen, wat ineens naar binnen kwam lopen, vermoedelijk om opnieuw de aandacht van onze blonde jonge Britt te vangen. Dit kwam ze te staan op een expressieve dans (die ik geen buikdans mag noemen) van Marije Carey, waarna de rest van de avond merkwaardigerwijs uitmondde in iets wat voor een bonte avond niet zou onderdoen. Hoogtepunten waren Arie’s small-not-a-ball-at-all, ONK-Willem’s ode aan de voorlichting, en Karin’s epische voordracht van de Koning en de Dood. Hierna gingen de meesten lekker slapen, sommigen maakten nog een fles tax-free whisky soldaat, anderen voerden diepe gesprekken, weer anderen…. ach, het was nacht en we waren in Libanon.

Over Sjoukje Osinga

Sjoukje werd lid van Musica Vocale in 1996. Ze is bestuurslid (secretaris) sinds 2001. Ze zingt meestal alt 1, maar maakt soms een uitstapje naar alt 2 of naar sopraan 2. In het dagelijks leven werkt ze bij Wageningen Universiteit, leerstoelgroep toegepaste informatiekunde.

Reacties zijn gesloten.